naturaliseerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: naturaliseerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- na·tu·ra·li·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
naturaliseren |
naturaliseerde
- enkelvoud verleden tijd van naturaliseren
- Ik naturaliseerde.
- Jij naturaliseerde.
- Hij, zij, het naturaliseerde.
- Ik naturaliseerde.
Gangbaarheid
- Het woord naturaliseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.