neem op

Uitspraak

• Geluid:  neem op    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• neem op

Woordherkomst en -opbouw

• uit neem (werkwoord) en op, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

neem op

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opnemen
   

   • Ik neem op. 

2. gebiedende wijs van opnemen
   

   • Neem op! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opnemen
   

   • Neem je op? 

Gangbaarheid

• Het woord neem op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.