neerplant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  neerplant    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • neer·plant

Werkwoord

vervoeging van
neerplanten

neerplant

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerplanten
    • ... dat ik neerplant. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerplanten
    • ... dat jij neerplant. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerplanten
    • ... dat hij neerplant. 

Gangbaarheid

  • Het woord neerplant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.