neerplantte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  neerplantte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • neer·plant·te

Werkwoord

vervoeging van
neerplanten

neerplantte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van neerplanten
    • ... dat ik neerplantte. 
    • ... dat jij neerplantte. 
    • ... dat hij, zij, het neerplantte. 

Gangbaarheid

  • Het woord neerplantte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.