nivelleer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nivelleer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ni·vel·leer

Werkwoord

vervoeging van
nivelleren

nivelleer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nivelleren
    • Ik nivelleer. 
  2. gebiedende wijs van nivelleren
    • Nivelleer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nivelleren
    • Nivelleer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord nivelleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.