noegde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  noegde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • noeg·de

Werkwoord

vervoeging van
noegen

noegde

  1. enkelvoud verleden tijd van noegen
    • Ik noegde. 
    • Jij noegde. 
    • Hij, zij, het noegde. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.