normaliseer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  normaliseer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nor·ma·li·seer

Werkwoord

vervoeging van
normaliseren

normaliseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van normaliseren
    • Ik normaliseer. 
  2. gebiedende wijs van normaliseren
    • Normaliseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van normaliseren
    • Normaliseer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord normaliseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.