normaliseer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: normaliseer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- nor·ma·li·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
normaliseren |
normaliseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van normaliseren
- Ik normaliseer.
- gebiedende wijs van normaliseren
- Normaliseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van normaliseren
- Normaliseer je?
Gangbaarheid
- Het woord normaliseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.