nosíš

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /nɔsiːʃ/
Woordafbreking
  • no·síš

Werkwoord

nosíš

  1. informeel tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord nosit
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.