noter

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  noter    (hulp, bestand)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
noter
notais
noté
eerste groep volledig

Werkwoord

noter

  1. noteren


Turks

Zelfstandig naamwoord

noter

  1. (beroep) notaris
  2. notariskantoor, notariaat
Synoniemen
  1. 1. (verouderd) kâtibiadil
  2. 2. noterlik
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.