nuanceerden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nuanceerden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nu·an·ceer·den

Werkwoord

vervoeging van
nuanceren

nuanceerden

  1. meervoud verleden tijd van nuanceren
    • Wij nuanceerden. 
    • Jullie nuanceerden. 
    • Zij nuanceerden. 

Gangbaarheid

  • Het woord nuanceerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.