obstrueer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: obstrueer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ob·stru·eer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
obstrueren |
obstrueer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van obstrueren
- Ik obstrueer.
- gebiedende wijs van obstrueren
- Obstrueer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van obstrueren
- Obstrueer je?
Gangbaarheid
- Het woord obstrueer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.