oefende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oefende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- oe·fen·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
oefenen |
oefende
- enkelvoud verleden tijd van oefenen
- Ik oefende.
- Jij oefende.
- Hij, zij, het oefende.
- Ik oefende.
Gangbaarheid
- Het woord oefende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.