omboog
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: omboog (hulp, bestand)
Woordafbreking
- om·boog
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ombuigen |
omboog
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van ombuigen
- ... dat ik omboog.
- ... dat jij omboog.
- ... dat hij, zij, het omboog.
- ... dat ik omboog.
Gangbaarheid
- Het woord omboog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.