ombuigt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ombuigt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • omĀ·buigt

Werkwoord

vervoeging van
ombuigen

ombuigt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ombuigen
    • ... dat jij ombuigt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ombuigen
    • ... dat hij ombuigt. 

Gangbaarheid

  • Het woord ombuigt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.