omcirkelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omcirkelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·cir·kel·de

Werkwoord

vervoeging van
omcirkelen

omcirkelde

  1. enkelvoud verleden tijd van omcirkelen
    • Ik omcirkelde. 
    • Jij omcirkelde. 
    • Hij, zij, het omcirkelde. 
  2. verbogen vorm van omcirkeld, voltooid deelwoord van omcirkelen

Gangbaarheid

  • Het woord omcirkelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.