omhels

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omhels    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • omĀ·hels

Werkwoord

vervoeging van
omhelzen

omhels

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhelzen
    • Ik omhels. 
  2. gebiedende wijs van omhelzen
    • Omhels! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhelzen
    • Omhels je? 

Gangbaarheid

  • Het woord omhels staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.