omhoogzit

Uitspraak

• Geluid:  omhoogzit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• om·hoog·zit

Werkwoord

omhoogzit

1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhoogzitten
   

   • ... dat ik omhoogzit. 

2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhoogzitten
   

   • ... dat jij omhoogzit. 

3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhoogzitten
   

   • ... dat hij omhoogzit. 

Gangbaarheid

• Het woord omhoogzit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.