omitteer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omitteer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • omit·teer

Werkwoord

vervoeging van
omitteren

omitteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omitteren
    • Ik omitteer. 
  2. gebiedende wijs van omitteren
    • Omitteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omitteren
    • Omitteer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord omitteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.