omlaagga

Uitspraak

• Geluid:  omlaagga    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• om·laag·ga

Werkwoord

omlaagga

1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaaggaan
   

   • ... dat ik omlaagga. 

2. (in een bijzin) aanvoegende wijs van omlaaggaan
   

   • ... dat men omlaagga. 

Gangbaarheid

• Het woord omlaagga staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.