omlegden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omlegden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·leg·den

Werkwoord

vervoeging van
omleggen

omlegden

  1. meervoud verleden tijd van omleggen
    • Wij omlegden. 
    • Jullie omlegden. 
    • Zij omlegden. 
Verwante begrippen
vervoeging van
omleggen

omlegden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van omleggen
    • ...dat wij omlegden. 
    • ...dat jullie omlegden. 
    • ...dat zij omlegden. 

Gangbaarheid

  • Het woord omlegden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.