omprangden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omprangden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·prang·den

Werkwoord

vervoeging van
omprangen

omprangden

  1. meervoud verleden tijd van omprangen
    • Wij omprangden. 
    • Jullie omprangden. 
    • Zij omprangden. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.