omschiep

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omschiep    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·schiep

Werkwoord

vervoeging van
omscheppen

omschiep

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omscheppen
    • ... dat ik omschiep. 
    • ... dat jij omschiep. 
    • ... dat hij, zij, het omschiep. 

Gangbaarheid

  • Het woord omschiep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.