omschopt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omschopt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·schopt

Werkwoord

vervoeging van
omschoppen

omschopt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omschoppen
    • ... dat jij omschopt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omschoppen
    • ... dat hij omschopt. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.