omspringt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omspringt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • omĀ·springt

Werkwoord

vervoeging van
omspringen

omspringt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspringen
    • ... dat jij omspringt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspringen
    • ... dat hij omspringt. 
  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspringen
    • Jij omspringt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspringen
    • Hij omspringt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omspringen
    • Omspringt! 

Gangbaarheid

  • Het woord omspringt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.