omwikkel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omwikkel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·wik·kel

Werkwoord

vervoeging van
omwikkelen

omwikkel

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwikkelen
    • ... dat ik omwikkel. 
vervoeging van
omwikkelen

omwikkel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwikkelen
    • Ik omwikkel. 
  2. gebiedende wijs van omwikkelen
    • Omwikkel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwikkelen
    • Omwikkel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord omwikkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.