onderga

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

• Geluid:  ondergá    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˌɔndərˈɣa / (3 lettergrepen)
• Geluid:  ónderga    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈɔndərˌɣa / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• on·der·ga

Woordherkomst en -opbouw

•  ondergaan ww  zonder de uitgang -en

Werkwoord

ónderga

1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondergaan
   

   • ... dat ik ónderga. 

2. (in een bijzin) aanvoegende wijs van ondergaan
   

   • ... dat men onderga. 

Werkwoord

ondergá

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondergaan
   

   • Ik onderga. 

2. gebiedende wijs van ondergaan
   

   • Onderga! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondergaan
   

   • Onderga je? 

4. aanvoegende wijs van ondergaan

Gangbaarheid

• Het woord onderga staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.