ontfutsel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontfutsel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·fut·sel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontfutselen |
ontfutsel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontfutselen
- Ik ontfutsel.
- gebiedende wijs van ontfutselen
- Ontfutsel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontfutselen
- Ontfutsel je?
Gangbaarheid
- Het woord ontfutsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.