onthaart

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onthaart    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ont·haart

Werkwoord

vervoeging van
ontharen

onthaart

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontharen
    • Jij onthaart. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontharen
    • Hij onthaart. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontharen
    • Onthaart! 

Gangbaarheid

  • Het woord onthaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.