ontluis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontluis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ont·luis

Werkwoord

vervoeging van
ontluizen

ontluis

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontluizen
    • Ik ontluis. 
  2. gebiedende wijs van ontluizen
    • Ontluis! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontluizen
    • Ontluis je? 

Gangbaarheid

  • Het woord ontluis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.