ontrafelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontrafelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ont·ra·fel·de

Werkwoord

vervoeging van
ontrafelen

ontrafelde

  1. enkelvoud verleden tijd van ontrafelen
    • Ik ontrafelde. 
    • Jij ontrafelde. 
    • Hij, zij, het ontrafelde. 
  2. verbogen vorm van ontrafeld, voltooid deelwoord van ontrafelen

Gangbaarheid

  • Het woord ontrafelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.