ontsleutelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontsleutelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ont·sleu·telt

Werkwoord

vervoeging van
ontsleutelen

ontsleutelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontsleutelen
    • Jij ontsleutelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontsleutelen
    • Hij ontsleutelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontsleutelen
    • Ontsleutelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord ontsleutelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.