ontspiegel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontspiegel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ontĀ·spieĀ·gel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontspiegelen |
ontspiegel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontspiegelen
- Ik ontspiegel.
- gebiedende wijs van ontspiegelen
- Ontspiegel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontspiegelen
- Ontspiegel je?
Gangbaarheid
- Het woord ontspiegel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.