ontsteek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontsteek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ont·steek

Werkwoord

vervoeging van
ontsteken

ontsteek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontsteken
    • Ik ontsteek. 
  2. gebiedende wijs van ontsteken
    • Ontsteek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontsteken
    • Ontsteek je? 

Gangbaarheid

  • Het woord ontsteek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.