ontvloei

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontvloei    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ont·vloei

Werkwoord

vervoeging van
ontvloeien

ontvloei

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvloeien
    • Ik ontvloei. 
  2. gebiedende wijs van ontvloeien
    • Ontvloei! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvloeien
    • Ontvloei je? 

Gangbaarheid

  • Het woord ontvloei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.