opbleef

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opbleef    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • opĀ·bleef

Werkwoord

vervoeging van
opblijven

opbleef

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opblijven
    • ... dat ik opbleef. 
    • ... dat jij opbleef. 
    • ... dat hij, zij, het opbleef. 

Gangbaarheid

  • Het woord opbleef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.