opdaag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opdaag (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·daag
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opdagen |
opdaag
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdagen
- ... dat ik opdaag.
Gangbaarheid
- Het woord opdaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.