opflakker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opflakker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·flak·ker

Werkwoord

vervoeging van
opflakkeren

opflakker

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflakkeren
    • ... dat ik opflakker. 

Gangbaarheid

  • Het woord opflakker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.