opflikker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opflikker (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·flik·ker
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opflikkeren |
opflikker
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflikkeren
- ... dat ik opflikker.
Gangbaarheid
- Het woord opflikker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.