opfriste

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opfriste    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·fris·te

Werkwoord

vervoeging van
opfrissen

opfriste

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opfrissen
    • ... dat ik opfriste. 
    • ... dat jij opfriste. 
    • ... dat hij, zij, het opfriste. 

Gangbaarheid

  • Het woord opfriste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.