opgebruikte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opgebruikte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·ge·bruik·te

Werkwoord

vervoeging van
opgebruiken

opgebruikte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opgebruiken
    • ... dat ik opgebruikte. 
    • ... dat jij opgebruikte. 
    • ... dat hij, zij, het opgebruikte. 
  2. verbogen vorm van opgebruikt, voltooid deelwoord van opgebruiken

Gangbaarheid

  • Het woord opgebruikte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.