opgroei
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opgroei (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·groei
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opgroeien |
opgroei
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgroeien
- ... dat ik opgroei.
Gangbaarheid
- Het woord opgroei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.