ophaalde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ophaalde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·haal·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ophalen |
ophaalde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van ophalen
- ... dat ik ophaalde.
- ... dat jij ophaalde.
- ... dat hij, zij, het ophaalde.
- ... dat ik ophaalde.
Gangbaarheid
- Het woord ophaalde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.