opjutte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opjutte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·jut·te

Werkwoord

vervoeging van
opjutten

opjutte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opjutten
    • ... dat ik opjutte. 
    • ... dat jij opjutte. 
    • ... dat hij, zij, het opjutte. 
  2. (in een bijzin) aanvoegende wijs van opjutten

Gangbaarheid

  • Het woord opjutte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.