opkijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opkijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·kijk

Werkwoord

vervoeging van
opkijken

opkijk

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkijken
    • ... dat ik opkijk. 

Gangbaarheid

  • Het woord opkijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.