opkrabbelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opkrabbelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·krab·bel·de

Werkwoord

vervoeging van
opkrabbelen

opkrabbelde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opkrabbelen
    • ... dat ik opkrabbelde. 
    • ... dat jij opkrabbelde. 
    • ... dat hij, zij, het opkrabbelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord opkrabbelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.