opluchtte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opluchtte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·lucht·te

Werkwoord

vervoeging van
opluchten

opluchtte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opluchten
    • ... dat ik opluchtte. 
    • ... dat jij opluchtte. 
    • ... dat hij, zij, het opluchtte. 

Gangbaarheid

  • Het woord opluchtte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.