opoffer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opoffer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·of·fer

Werkwoord

vervoeging van
opofferen

opoffer

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opofferen
    • ... dat ik opoffer. 

Gangbaarheid

  • Het woord opoffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.