opreed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opreed    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·reed

Werkwoord

vervoeging van
oprijden

opreed

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van oprijden
    • ... dat ik opreed. 
    • ... dat jij opreed. 
    • ... dat hij, zij, het opreed. 

Gangbaarheid

  • Het woord opreed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.