opreed
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opreed (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·reed
Werkwoord
vervoeging van |
---|
oprijden |
opreed
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van oprijden
- ... dat ik opreed.
- ... dat jij opreed.
- ... dat hij, zij, het opreed.
- ... dat ik opreed.
Gangbaarheid
- Het woord opreed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.