oproerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oproerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·roer·de

Werkwoord

vervoeging van
oproeren

oproerde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van oproeren
    • ... dat ik oproerde. 
    • ... dat jij oproerde. 
    • ... dat hij, zij, het oproerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord oproerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.