oproerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oproerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·roer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
oproeren |
oproerde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van oproeren
- ... dat ik oproerde.
- ... dat jij oproerde.
- ... dat hij, zij, het oproerde.
- ... dat ik oproerde.
Gangbaarheid
- Het woord oproerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.