oprook
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oprook (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·rook
Werkwoord
vervoeging van |
---|
oproken |
oprook
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oproken
- ... dat ik oprook.
Gangbaarheid
- Het woord oprook staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.